In het AD stond dit artikel over de lierse plantenouder die werd gelinked aan een liquidatie in Amsterdam. Ondertussen is de plantenkweker geen verdachte meer, maar hij is toch gearresteerd geweest.
Iets wat opvalt de laatste tijd is dat men bij een DNA-match denkt dat de zaak is opgelost. In mijn optiek begint het onderzoek pas als er een DNA match is gevonden. Dan moet worden uitgezocht hoe en wanneer het DNA daar terecht is gekomen. Dit onderzoek kan deels worden uitgevoerd door de (DNA-)biologisch sporen-deskundige door te kijken naar wijze van overdracht van het aangetroffen biologische materiaal. Bloed wordt bijvoorbeeld anders overgedragen dan aanraaksporen. De politie dient ook grondig te onderzoeken of er tactisch een reden kan zijn waarom DNA in een spoor terecht kan zijn gekomen. Bij onderliggende zaak dus op andere wijze dan overdracht tijdens een misdrijf. Dit soort onderzoeken zou eigenlijk standaard moeten worden uitgevoerd maar ik zie in veel zaken dat dit niet gebeurd. Bijvoorbeeld in de zaken van Nicol van der Hurk en Koen Everink. Hierdoor blijft er twijfel over wat zich precies heeft afgespeeld.
Ik heb geen data van de Lierse plantenkweker zaak dus ik benoem een paar redenen waardoor deze situatie kan ontstaan:
- Een hele lage concentratie DNA in de bemonstering waardoor er een partiële match aangetroffen met de plantenkweker. Dit komt veel voor met de gevoelige methoden die worden gebruikt. Bij een partieel match is de statistiek vaak veel lager waardoor bij toeval meerdere personen kunnen matchen.
- Vaak worden bij bemonsteringen van vuurwapens mengsels van DNA aangetroffen. DNA-mengprofielen worden nogal eens verkeerd geïnterpreteerd. De statistiek is vaak ook lager waardoor ook weer matches bij toeval kunnen ontstaan.
- Secondary transfer: DNA van de plantenkweker is via bijvoorbeeld de handen van de schutters op het vuurwapen gekomen. In dit geval verwacht men ook DNA van de schutters aan te treffen. DNA van de plantenkweker kan ook op en in de auto terecht zijn gekomen waarna het vuurwapen met die locaties in contact is gekomen.
- Contaminatie: politie of NFI medewerkers hebben DNA van de plantenkweker over gedragen op het wapen tijdens onderzoeken.
- Verwisseling van DNA: DNA van de plantenkweker kan on een andere naam zijn opgeslagen in de DNA databank. Om deze reden adviseren wij bij een databankmatch altijd opnieuw de afname van DNA bij een verdachte.
- De plantenkweker heeft het vuurwapen op enig moment wel in zijn handen gehad. Dan moet altijd nog worden uitgezocht op welk moment dit is geweest. Tijdens de moord of op een ander moment.
Ik denk dat het geen kwaad kan dat er binnen advocatuur en veiligheid en justitie meer opleiding wordt gegeven over DNA overdracht en problemen rondom interpretatie van (DNA) sporen.
Comments are closed.